Hoofdstuk 15
==
De afvalcontainer werd de volgende maandag weggehaald terwijl Lou op haar werk was. De sfeer op kantoor was nog verder verslechterd en inmiddels vergelijkbaar met het klimaat op Antarctica. Karen was weggestuurd op een cursus, zodat Lou alleen was met Jaws en haar angstaanjagende stalen bakkes. De dinsdag was een verademing, niet alleen omdat ze vrij had, maar ook omdat er ’s ochtends een nieuwe container zou worden bezorgd.
Lou trok haar oude kleren aan en schoof met veel moeite de trouwring van haar vinger. Ze legde hem op de gewone ‘wachtplaats’ in de bestekla. Zij en Phil hadden hun ringen samen uitgekozen in een beeldige, ouderwetse winkel in een achterafstraatje in Leeds. De zijne was een brede band van roze goud, en hij had een bijpassende voor haar uitgekozen, hoewel zij liever een smallere ring had gehad. De ring was veel te breed voor haar kleine hand en onpraktisch om te dragen, en aangezien ze het afgelopen jaar was aangekomen, klemde de ring als haar hand warm was. Dat zou ze tegenover Phil natuurlijk nooit toegeven – hij en haar moeder bleven maar zeuren over haar achterste, en soms overwoog ze haar baan op de boekhouding op te geven en zich in te schrijven voor een cursus sumoworstelen. Bovendien was het haar trouwring, de gouden band die Phil om haar vinger had geschoven toen hij plechtig beloofde dat hij eeuwig van haar zou blijven houden. De ring zou niet meer knellen als ze nog een paar pondjes afviel, wist ze, maar voorlopig deed ze de ring liever af als Phil het niet zag en liet ze haar vinger zuchten van opluchting.
Het was kil en vochtig buiten, maar dat weerhield haar er niet van om haar tuinhandschoenen aan te trekken om de anderhalve meter hoge brandnetels te lijf te gaan, in het laatste stukje tuin dat nog niet was gefatsoeneerd. En dan – de kelder of de zolder?
De kelder, besloot ze. Ze was er nog niet aan toe om op te ruimen wat daar boven op haar lag te wachten.
==
Phil deed zijn trouwring af en wreef over de vinger omdat er een lichte deuk was achtergebleven. Vrouwelijke klanten keken altijd vluchtig naar zijn ringvinger. De ring, of het ontbreken ervan, zei iets over een man. Voor sommige vrouwen stond die ring symbool voor een eerlijke, betrouwbare man, maar hij kon ook instinctief de anderen spotten, de vrouwen die liever een naakte vinger zagen omdat ze dan zonder schuldgevoel met hem konden flirten om de prijs nét nog iets verder omlaag te krijgen. Uiteraard liet hij de prijs dan altijd iets zakken; zijn winstmarge was altijd groot genoeg. Iedereen hield tenslotte van een koopje.
Mensenkennis hoorde bij het spel, en Phil was een meester op dit gebied. Hij herkende de mannen die wisten waar hij het over had als hij over een fixed head coupé begon, en de sukkels die een V8 nog niet van een After Eight konden onderscheiden. Hij wist het wanneer een vrouw graag het complimentje kreeg dat haar benen beslist te lang waren voor dat kleine sportwagentje, en wanneer hij zijn mond moest houden en alleen vriendelijk en beleefd moest knikken.
Het kittige blondje in haar rode mantelpakje aan de andere kant van de etalageruit, dat met grote belangstelling naar zijn duurste auto’s keek, was precies zo’n typetje om zijn ring voor af te doen, op de flirtstand over te schakelen en alle registers open te trekken. Nadat hij zijn trouwring in zijn zak had gedaan, toverde Phil zijn glimlach tevoorschijn. Hij liep de showroom binnen om Bradley een ware meester aan het werk te laten zien.
==
Lou merkte nauwelijks dat de truck met de container voor haar huis stopte; ze werd geheel in beslag genomen door zorgen om haar werk, want wat daar gebeurde werd voor alle mensen van de afdeling een steeds grotere nachtmerrie. Zoe was de laatste tijd een levend spook en Stan wekte de indruk dat hij zijn verstand thuis liet en alleen zijn lichaam naar kantoor stuurde om als een robot voor hem aan de slag te gaan. En Lous hoofd zat niet alleen vol met werk, ook de zondagse seksepisode bleef als een verknipte aasgier rondspoken in haar bovenkamer. Verder wist ze niet of ze Michelle moest bellen om sorry te zeggen omdat ze zich als Sint-Elouise-de-doemdenkster had gedragen. Aan de andere kant schonk het Michelle misschien wel heel veel genoegen om ‘zie je nou wel’ tegen haar te kunnen zeggen.
Het deed haar voor de triljoenste keer denken aan haar vriendschap met Deb. Ze hadden door de jaren heen maar één keer onenigheid met elkaar gehad, over de verhouding bloem en eieren voor Yorkshire-pudding. Maar dat was bepaald geen reden geweest om de pistolen uit het vet te halen en bij het krieken van de dag met elkaar af te spreken op een verlaten veldje aan de rand van de stad.
‘Hallo.’
Lou tilde met een ruk haar hoofd op en slikte moeizaam.
Híj was het, compleet met hond, die hij aan zijn halsband vasthield. Clooney jankte en trok om de aardige dame die hem koekjes gaf te begroeten.
‘O hallo.’ Ze probeerde het achteloos te zeggen maar faalde jammerlijk; haar stem klonk als het piepen van een muis die wakker wordt met zijn kop in de bek van een Perzische kat. Hij had echt een fantastische grijns, zo aanstekelijk – een beetje scheef, maar zijn lippen zagen er zacht en uitnodigend uit en... STOP! Ze riep haar gedachten een halt toe, want ze voelde dat haar wangen begonnen te gloeien. Snel boog ze zich naar voren om Clooney te roepen, die zich losrukte uit Toms greep en zo enthousiast tegen haar op sprong dat ze haar evenwicht verloor en achterover in het natte gras viel. Vreselijk gênant natuurlijk, maar gelukkig droeg ze een spijkerbroek en geen rok. Anders had hij van wel erg dichtbij haar grote, corrigerende afslankonderbroek kunnen zien.
‘Clooney, af!’ brulde Tom met zoveel autoriteit dat de hond onmiddellijk ging liggen, met zijn oren plat tegen zijn kop.
‘Gaat het? Die hond is echt stapelgek,’ zei Tom terwijl hij naar haar toe liep.
‘Ja, hoor,’ zei Lou dapper. Behalve dat ze zichzelf volkomen belachelijk had gemaakt.
Opeens boog hij zich over haar heen en voelde ze zijn handen onder haar oksels. O nee. O néé néé néé!
De meeste vrouwen fantaseren erover om moeiteloos door een man te worden opgetild, alsof ze niet meer dan een veertje wegen, en Lou vormde hierop geen uitzondering. Ze was zich er echter pijnlijk van bewust dat het tafereel zich beter niet in het echte leven kon afspelen, want dan zou de prins op het witte paard zich waarschijnlijk rot schrikken van haar lichaamsgewicht, door zijn rug gaan en vervolgens zes weken in het ziekenhuis moeten liggen om te herstellen. Tom was echter een sterke kerel; Lou werd met gemak overeind geholpen, zonder dat hij zijn rug brak of het uitschreeuwde van pijn.
‘Bedankt.’ Lou wist niet waar ze moest kijken en maakte daardoor alle nerveuze gebaren die er bestaan: knipperen met haar ogen, wrijven over haar nek, spelen met een lok haar, van de ene voet op de andere wippen, haar keel schrapen, zo rood worden als een boei. Ze had er het Guinness Book of Records mee kunnen halen.
‘In het vervolg laat ik hem in de cabine zitten,’ zei Tom, die zelf een paar van Lous gebaren kopieerde.
‘Nee, nee, het is niet zijn schuld. Laat hem alsjeblieft niet in de auto zitten. Ik vind het zo leuk om hem te zien,’ smeekte ze. Haar hart racete als Zola Budd op weg naar een nieuwe overwinning.
Ze keken allebei naar Clooney, die nog steeds plat op de grond lag. Met zijn grote, donkere ogen keek hij van de een naar de ander, bedelend om vergiffenis, al had hij geen idee waarvoor. Hij was alleen maar aardig geweest voor de koekjesdame.
Lous hoofd was net een blender vol ingrediënten. Ze had medelijden met de hond, ze geneerde zich voor zichzelf, en voelde de hemel mocht weten wat omdat ze was opgetild door een man met handen als kolenschoppen, een gezicht dat Made in Italy uitstraalde en een onbreekbare rug.
‘Hebben de andere jongens goed voor je gezorgd?’
‘Sorry?’
‘De jongens die voor me werken. Toen ik er niet was.’
‘O... j... ja,’ stamelde ze. ‘Ze kwamen keurig op tijd bezorgen en weghalen en ze waren heel aardig. Meer kon ik me niet wensen.’
‘Mooi zo. En heb je hun ook met je valse geld betaald?’
‘Wat dacht je dan! Briefjes van tien dit keer.’
‘Ha! Dan moet ik de kassa controleren als ik weer op de zaak ben.’
Gelukkig, ze maakten weer gewoon grapjes met elkaar. Lou haalde diep adem en zette zichzelf een denkbeeldige geruite pet op, zo een à la Sherlock Holmes.
‘Ze... eh... zeiden dat er iemand ziek was in je familie. Ik hoop dat hij... of zij... nu weer beter is.’
‘Ze is niet ziek. Het is mijn zus, en ze is in verwachting van haar vierde kind.’ Tom glimlachte vertederd. ‘Ze heeft het zwaar. Mijn zwager werkt momenteel niet in Barnsley, dus hij is niet zo vaak thuis als ze allebei zouden willen. Soms neem ik de kinderen mee, zodat zij even rust heeft – dan gaan we naar het park om te voetballen en te schommelen.’
‘Heb je zelf geen kinderen?’ Wow, dappere Lou! Ze was onder de indruk van zichzelf.
‘Nee.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Niet dat ik weet, in elk geval. Mijn vrouw en ik vonden het niet zo belangrijk.’
‘Aha.’ Hij was dus getrouwd.
‘We zijn uit elkaar gegaan tegen de tijd dat ik aan kinderen toe was. Door mijn hechte band met de kinderen van mijn zus begon ik te beseffen hoe fijn ik het zou vinden om zelf kinderen te hebben. Nou ja. C’est la vie, of cosí va il mondo, zoals de Italianen zeggen.’
Lou vocht tegen de glimlach die ze voelde opkomen. Wat een belachelijke en kinderachtige reactie! Haar emoties waren vastgeplakt aan het op hol geslagen wagentje van een achtbaan.
‘Heb jij kinderen?’ vroeg Tom.
‘Nee,’ zei Lou. ‘Ik kan ze helaas niet krijgen.’
‘O jezus, wat naar voor je,’ zei Tom. Zijn hand kwam omhoog alsof hij haar troostend had willen aanraken, en zakte weer omlaag, in toom gehouden door fatsoen. ‘Sorry, Jezus heeft er natuurlijk niets mee te maken.’
Nu voelde hij zich voor schut staan. Mensen wisten nooit wat ze moesten zeggen als je toegaf dat je geen kinderen kon krijgen.
‘Het geeft niet, ik heb me erbij neergelegd.’ Lou zette haar ik-kan-er-best-over-praten-gezicht op, een uitdrukking waarmee ze iedereen kon bedotten, behalve iemand die écht goed keek. Iemand zoals Deb bijvoorbeeld.
Clooney blafte zacht om hen aan zijn aanwezigheid te herinneren.
‘Mag ik hem een koekje geven?’ Lou fluisterde de laatste twee woorden.
Clooney blafte vrolijk. Hij was vergeven. Waarom zou de dame anders ‘koekje’ hebben gezegd?
Tom gooide zijn hoofd naar achteren en lachte. ‘Ja, je mag hem een koekje geven,’ zei hij.
Het ontging Lou volkomen wat er was misgegaan, maar ze nam het opgetogen beest mee naar de keuken. Er speelde nog steeds een glimlach om Toms mond toen ze met de hond weer naar buiten kwam. Ze betaalde hem voor de container, en hij hield de biljetten tegen het licht om ze ‘op foutjes’ te controleren. Toen zwaaide hij vrolijk naar haar, en met een ‘Tot snel!’ reed hij weg. Lou probeerde er geen aandacht aan te besteden dat haar binnenste voelde alsof er warme olijfolie in was gegoten.